2. een nieuwe Lente, een nieuw Jeugdcentrum

De cultuurpactwet dicteert politiek gedrag

Hoe innoverend het gemengde beheer ook was, deze formule bleek te lijden aan kinderziekten. De beheersvorm werd erg formeel toegepast met grote overlegvergaderingen waar zelfs, zoals in een echt parlement, de plenaire zitting werd onderbroken om per politieke fractie de violen te stemmen. Wie hoopte op een vergaderstijl zonder verborgen agenda’s, kwam wel eens bedrogen uit. Het is ook niet verwonderlijk dat minderheden, zoals de liberalen, gebruik maakten van de nieuwe mogelijkheden om te wegen op het cultuurbeleid, ook al moest dat gebeuren via het spel van fractieoverleg, op zoek naar medestanders via het beloven van wederdienst. 'Het ene plezier is het andere waard' is niet voor niets een Vlaamse gebeitelde uitdrukking.

"Principieel bepleitte ik systematisch het debat met open vizier. Het democratiespel vertraagde naar mijn oordeel de besluitvorming en was geenszins dienstig aan de zaak. Het jeugdwerk werd op die basis ook handig of onhandig uit elkaar gespeeld en liet zich ook uit elkaar spelen. Ik herinner me twee vergaderingen waarbij de voorzitter de fracties van het jeugdwerk (FOJOD, liberale koepel, katholieke jeugdraad, socialistische koepel) opdroeg per ideologische doelgroep een standpunt te bepalen. Daartoe werd de vergadering een half uur onderbroken. Even sterk herinner ik mij dat ik als enige aan tafel bleef zitten tussen de wat verbouwereerde ambtenaren, die me hoffelijk kwamen vragen wat mij bezielde." (WH)

"Dat was politiek tot en met, hé. De ambtenaren hadden een politiek kleurtje, de mensen uit het jeugdwerk idem dito." (KP)

Toch beklemtoont Karel Peeters - en anderen zeggen hetzelfde - dat er goed werd samengewerkt. Soms gebeurde dat in de coulissen, zoals later nog zal blijken als het over benoemingen gaat. Walter Otten, die als dienstdoend burgemeester een zitje had in de Algemene Vergadering, kwam na een paar vergaderingen niet meer opdagen omdat hij de indruk had dat er nogal eens 'pour la galerie' werd gesproken en dat er reeds tevoren een besluit was genomen. De edele doelstelling van het cultuurpact om iedereen te laten participeren, werd niet altijd geïnterpreteerd in termen van respect, maar ook in termen van macht. Marc Van Peel verhulde zijn misprijzen voor de beschermende reflexen in het cultuurpact niet. Hij had het niet begrepen op luide roepers die numeriek duidelijk in de minderheid waren: 

In zijn woorden: ‘De grootsten hebben het voor het zeggen en wij zijn de grootsten’. Een levenspad kan op jonge leeftijd kiemen of zijn eerste schetsen krijgen. Mij werd duidelijk dat ik met mijn hardnekkig en bijzonder dierbaar gebleven pluralisme - ook een levenspad - wellicht niet in de wieg gelegd was voor de pragmatische grote politiek die dan weer wel op het lijf van Marc geschreven was." (WH) 

"Ik kan me voorstellen dat ik toen heb gezegd: men kan niet zonder meer voorbijgaan aan de mening van de grootste groep, zijnde het katholieke jeugdwerk. Wij waren het die op het veld iets betekenden, terwijl de rest … niet veel hé, maar door het cultuurpact kregen die buitensporige macht. Daar kon ik echt niet mee leven." (MVP)
























Make a Free Website with Yola.