1. het Engels Kamp

Oef, maar wat nu? 

Daarmee waren er intenties, grote verwachtingen, enthousiasme, … maar zeker nog geen jeugdcentrum. In 1975 was er een prachtig domein, maar nog geen verblijfsinfrastructuur, geen bestuur, geen organisatie. Hoe maak je zoiets operationeel? Hoe moet je daaraan beginnen? Er was op het Bestuur Jeugdvorming weinig kennis van zaken om een domein van de omvang van BAD 3 te runnen. Ja, er was wel Destelheide dat rechtstreeks door de overheid werd gerund, maar het jeugdwerk was niet enthousiast om een tweede domein op dezelfde manier te gaan beheren, want dan hadden ze geen inspraak. Men mag niet vergeten dat het jeugdwerk ingeschakeld was geweest in de verwerving van BAD 3 en de verwachting was dat ze een flinke vinger in de pap zouden hebben als het erop aan kwam dit domein zo te besturen dat hun groepen er zich zouden thuisvoelen. Destelheide werd in die tijd door de jeugdbewegingen beschouwd als een vreemde eend in het jeugdwerklandschap. Ze vonden DACEB, de Departementale Dienst voor Animatie, Creatieve Expressie en Begeleiding, onder de leiding van Gust Bal, adviseur op het Bestuur Jeugdvorming en opererend vanuit Destelheide, eigengereid. De atelierruimten op Destelheide werden uitsluitend gebruikt door DACEB. Vooral het katholieke jeugdwerk wilde zoiets niet opnieuw. Het kwam er voor Karel Peeters dus op aan een beheersvorm uit te dokteren die rekening hield met de vragen van het jeugdwerk naar participatie en die tegelijkertijd de overheid als eigenaar erkende en haar financiële betrokkenheid (de investeringen om het domein in te richten) vastlegde.

















Make a Free Website with Yola.