1. het Engels Kamp



















 

 Kampeergrond - foto Jos Janssens 

Kapers op de kust

Vooraleer Wollaert zijn eerste schetsen op papier zette, moest er echter nog strijd gevoerd worden. Er waren nog geïnteresseerden! De potentie van BAD 3 was immers enorm. Het waren bovendien innoverende politieke tijden. De Vlaamse culturele autonomie, waarop we later terugkomen, stond op stapel en de naweeën van mei 1968 deden zich voelen. Overleg was het toverwoord geworden, participatie was ermee getrouwd. Het domein aan ‘de jeugd’ geven, lag echter niet voor de hand.
De Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen (IOK) had zijn wensen ook binnen kunnen sluizen in de studie van Mens en Ruimte. Langs de noordoostkant zag men een familiecamping met bungalows wel zitten. Dat is niet toevallig de kant van Kasterlee, de meest toeristische van de drie fusiegemeenten. Bobbejaanland bestond al, een bungalowpark zou dus een perfecte aanvulling zijn en de toeristische troeven van Kasterlee een grote meerwaarde bezorgen. Het jeugdwerk moest dus mobiliseren. Karel Peeters besefte dat en riep het landelijk georganiseerde jeugdwerk samen. Zij moesten hun achterban warm maken.

Een directe gesprekspartner was Materieel voor de Jeugd (MJ), waarin het Vlaamse georganiseerde jeugdwerk vertegenwoordigd was. De reactie was meteen heel positief. Jacques Nicolay was voorzitter van MJ, een taak die hij opnam in het verlengde van zijn dagtaak als directeur van VVKS. Hij zou, samen met Karel, één van de voortrekkers worden voor de verwerving van BAD 3 als domein voor de jeugd. Dat project, een groot kampeerdomein voor de jeugd, geraakte bekend in alle geledingen van het georganiseerde jeugdwerk. De Katholieke Jeugdraad werd een actieve promotor. Deze raad vertegenwoordigde het merendeel van het jeugdwerk dat openluchtactiviteiten organiseerde.

En enthousiast waren ze! Jef Van den Audenaerde, de vertegenwoordiger van de Chiro in de Nationale Jeugdraad en MJ, informeerde Guido Vereecke, de toenmalige nationaal secretaris, over het feit dat er een enorm terrein in de Kempen zou vrijkomen en dat het een jeugdcentrum zou kunnen worden. Er werd een petitie opgesteld om zoveel mogelijk leiders en leidsters mee te krijgen voor de verwerving van BAD 3 voor het jeugdwerk. Guido Vereecke trok naar Marc Van Peel, de verbondscommissaris van het Vlaams Verbond van Katholieke Scouts en Meisjesgidsen, om een gezamenlijke tekst op te stellen. Zo gebeurde het dat op de nationale kaderdag van de Chiro in september 1974 de leiders en leidsters door Guido Vereecke werden gemobiliseerd om die 250 ha Kempisch natuurschoon voor de jeugd te veroveren. Niet alleen de achterban, ook oud-leden die hun weg in de politiek hadden gemaakt, werden gecontacteerd en zelfs meer dan dat.

"Het jeugdwerk is dan zijn politieke achterban gaan bewerken. De scouts met Tindemans, zie je de link? Het heeft toch nog tot 1975 geduurd eer er een beslissing was. Er waren voldoende medestanders en scouting heeft heel zwaar gedrukt. Die zaten in de regering hé.(KP)

Toch is niet iedereen in de diverse nationale leidingen van de grote jeugdbewegingen even betrokken. Marc Van Peel herinnert zich niet zoveel van BAD 3 en de verwerving ervan voor de jeugd.

"Voor mij was dat toen allemaal wat vreemd, zoals ook de meeste ambtelijke structuren. Jacques Nicolay was daar liefst zelf mee bezig en vertelde me niets meer dan strikt nodig. Hij zag vermoedelijk de zoveelste verbondscommissaris binnenkomen en dacht, ik overleef deze ook wel. Ik was daar eigenlijk niet zo mee bezig. Ja, ik vond dat wel nuttig, maar het was niet mijn dossier, zeker niet mijn kindje." (MVP)

Zijn voorganger, Jacques Perquy, wist te vertellen dat hij in de periode 1972-1973 meerdere keren was gecontacteerd en dat hij namens scouting veel interesse had getoond. Willi Huyghe, door VVKSM afgevaardigd in de algemene vergadering van ADJ, is zeker betrokken en herinnert zich dat er weinig woorden nodig waren om mensen - a fortiori mensen met een ‘jeugdwerkmentaliteit’ - te overtuigen hier de schouders onder te zetten. Al wie met eigen ogen had gezien welke ongekende perspectieven dit domein aan het jeugdwerk bood, was meteen verkocht. BAD 3 was een uitzonderlijke opportuniteit en kwam op het juiste moment. Toch is het een beetje verwonderlijk dat het jeugdwerk zo gemakkelijk gewonnen was om BAD 3 als verblijfscentrum te verwerven. Vele jeugdorganisaties beschikten immers over eigen domeinen. Ze zagen er echter geen concurrent in omdat BAD 3 absoluut een surplus vormde. Ja, het CJT ijverde al jaren om meer bivakhuizen en kampeerterreinen ter beschikking te stellen, maar er waren in dat aanbod te veel armtierige, onverwarmde en muffe toevluchtsoorden en weiden die de naam 'kampeergrond' niet waardig waren.

Enkel al op basis van onze grote vrijwillige inzet verdienden we het perspectief om af en toe te mogen uitwijken naar een veilig domein met veel ruimte, degelijke kamphuizen en kampeergronden met een volwaardig sanitair. Om de garantie te kunnen blijven bieden dat deze dienstverlening tariefvriendelijk zou blijven, leek de overheidsparticipatie ons absoluut noodzakelijk. Het maakte dat, in nochtans structureel warrige omstandigheden, iedereen zich snel bereid toonde tot maximale inzet en tot zoeken naar consensus, zonder al te veel reserves.
 (WH) 

De grootste groep potentiële gebruikers kwam uit het Katholieke Jeugdwerk, al was er ook niet-confessioneel jeugdwerk zoals de Federatie voor Open Scoutisme en de Rode Valken. De Katholieke Jeugdraad heeft een belangrijke rol gespeeld, trok zelf naar Mens en Ruimte en lobbyde bij de kabinetten van Chabert en later De Backer. Ook de Commissie Jeugdbeleid van de Nederlandstalige Jeugdraad kon druk uitoefenen omdat zij het hele spectrum van het jeugdwerk vertegenwoordigde. Er was immers nood aan kwalitatieve jeugdaccommodatie.

In die tijd was er een zekere schaarste aan kampeerterreinen ontstaan en sommige van die terreinen werden te commercieel, m.a.w. de groepen moesten te veel betalen voor te weinig kwaliteit. En daar kwam dan de Hoge Rielen, een domein dat het jeugdwerk mee zou kunnen beheren.
 (PDB) 

"Het jeugdwerk wilde af van de 'kiekenkoten'."[1]
 (BC) 

Er was dus een consensus binnen het jeugdwerk over BAD 3 als nationaal kampeercentrum. Bovendien waren er zelfs in dit embryonale stadium plannen om ook de binnenaccommodatie uit te bouwen voor het vormingswerk. Men dacht zelfs aan een restaurant en een herberg.

Maar zoals reeds aangegeven waren er meerdere geïnteresseerden om iets met BAD 3 te doen. Bovendien wilde het aankoopcomité van het Ministerie van Financiën, dat instond voor de verkoop, er financieel het maximum uithalen.

[1] Overal in Vlaanderen werden in de zomer dierenstallen vrijgemaakt om plaats te maken voor de bivakkerende jeugd. De term 'kiekenkoten' is dus letterlijk te nemen, al zeker in Lichtaart, waar een jeugdverblijf was ingericht in vroegere kippenstallen. Het verblijf was gekend onder de naam 'Heideheem'.
























Make a Free Website with Yola.